dinsdag 26 april 2011

Kijkje in de keuken

Je moet er in totaal 5,5 uur trein voor over hebben (vanuit Leiden). Maar het was de moeite waard. Donderdag 21 april hebben twee collega's (Yvonne en Paulina) en ik een kijkje genomen bij Dienst Regelingen (DR) in Assen. Een hele interessante en leerzame dag. Van uitvoeringsregels en profiling tot het callcenter en de formulierenstraat. Onder leiding van accountmanager Tineke Roorda kregen wij een kijkje in de keuken.

Even eerst kort over Dienst Regelingen. Dienst Regelingen zorgt voor de uitvoering van subsidieregelingen (betaalt de boeren het geld uit o.a. Brussel). Het gaat hierbij om honderden miljoenen euro's per jaar. Kijk voor meer informatie op de website van DR door HIER te klikken. Ook hebben ze voor boeren een handige website namelijk het LNV-loket. Hier kunnen boeren hun eigen dossier inzien of informatie versturen/ontvangen. Steeds meer uitwisseling gaat via de computer (ongeveer 85%).

Het uitvoeren van die regelingen is niet altijd even makkelijk. Dit vertelde Harry Timmenga van de afdeling Uitvoeringsbeleid ons. Deze afdeling vertaalt de regelingen die door Brussel en Den Haag gemaakt worden naar de praktijk. Wat moet er getoetst worden en nog belangrijker, hoe gaan we dat doen. Zo zijn er regels die voor meerdere uitleg vatbaar is. Die uitleg is heel belangrijk voor het toekennen van geld en dus inkomen voor een boer. Ook wordt daar, samen met automatisering, gekeken welke processen nodig zijn om de regelingen uit voeren. Daar waar het niet lekker loopt wordt teruggekoppeld naar het beleid om te kijken of dingen aangepast kunnen worden. Soms is daar alleen weinig tijd voor. Anticiperen is dus erg belangrijk.

Na de vertaling van beleid naar uitvoering (en de uitdagingen die dat met zich mee brengt) werd het tijd voor een stukje speuren. Boeren en andere bedrijven moeten namelijk veel gegevens bijhouden en insturen naar DR of andere instanties. Op basis van deze gegevens wordt bepaald welke bedrijven een controle krijgen. Dit kan zowel via een steekproef als door middel van, wat ik dan maar noem, profiling. Daarbij wordt, op basis van kenmerken, bepaald of er een kans is dat een bedrijf zich niet aan de regels houdt. Dit wordt dan gecontroleerd, met verbluffende resultaten.

Iedereen kent de gele flappen wel die koeien in hun oren hebben. Die zorgen ervoor dat een koe geidentificeerd en geregistreerd is bij DR. Van geboorte tot overlijden (op welke manier dan ook), alle bewegingen van het dier worden bijgehouden. Als er dus iets gebeurd kan makkelijk getraceerd worden waar een dier geweest is en wat er mee is gebeurd. Zo'n systeem is er nu ook voor schapen en geiten. Of ook andere dieren in een soortgelijk systeem terecht komen... daar wordt op dit moment nog flink over de gediscussieerd.

Bij de presentatie van de laatste twee afdelingen kon ik duidelijk relaties leggen met mijn vorige meeloopdagen bij de de Algemene Inspectiedienst en de Voedsel- en Warenauthoriteit. Erg leuk om dat te merken.

Na de gesprekken, was het tijd om op een andere manier de werkvloer te bekijken. Per jaar wordt nog veel informatie via de post of per fax naar DR gestuurd. Deze informatie moet allemaal ingescand en in het systeem gezet worden. DR werkt daarvoor samen met een gespecialiseerd bedrijf die de post inscant en digitaliseert. Het is prachtig om te zien hoe dat systeem werkt en hoe men fouten zoveel mogelijk probeert te voorkomen. Een verkeerde datum van inscannen kan namelijk betekenen dat een boer geen subsidie krijgt of dat DR een boete van de Europeese Commissie krijgt. Ik vroeg mij tijdens deze rondleiding af, waarom we of we op het kerndepartement gekeken hebben naar hoe dit georganiseerd is. Ik had zelf het gevoel van niet en dat we daar nog van kunnen leren.

Voor we aan de borrel en de terugreis begonnen, was het eerst nog tijd voor het callcenter. De plaats waar DR rechtstreeks contact heeft met argrariers en andere mensen die met DR in contact komen. Jaarlijks komen er duizenden telefoontjes binnen die door het callcenter afgehandeld. Medewerkers van het callcenter kunnen ook rechtstreeks met de boer op zijn/haar scherm mee kijken als er bijvoorbeeld vragen zijn over een stuk land en de grenzen daarvan.

DR is een hele interessante organisatie die op veel terreinen werkt en met veel verschillende belangen te maken heeft. Niet alles gaat altijd even goed, maar waar gehakt wordt vallen spaanders en ze doen er alles aan om hun dienstverlening te verbeteren. Kortom: het was meer dan de moeite waard om een kijkje in de keuken te nemen. Veel geleerd en genoeg stof om op de terugweg (3 uur) over na te denken voor onze eigen keuken van de bedrijfsvoering.

vrijdag 18 maart 2011

Maatschappelijke organisaties verlengstuk van de overheid?

Maatschappelijke organisaties krijgen subsidie van de overheid. Die subsidie wordt ook gebruikt om dingen te doen die de overheid graag wil. Zijn maatschappelijke organisaties daardoor deels niet gewoon een verlengstuk van de overheid geworden?

Of je nu jongerenwerk of ouderenwerk neemt, het maakt niet uit. Als gemeenteraad hebben wij beleid vastgesteld. Bijvoorbeeld dat ouderen niet mogen vereenzamen. De maatschappij heeft ervoor gekozen dat de gemeente dit moet regelen. De gemeente kan dat zelf niet uitvoeren, want daar hebben ze de mensen niet voor. Gelukkig hebben we in Oegstgeest Radius Welzijn. Radius krijgt van de gemeente Oegstgeest geld om het ouderenbeleid uit te voeren. Op zich is dat prima, dat is marktwerking. Als gemeente willen we wat en de markt voorziet daarin.

Toch voelt het voor mij niet lekker. Het voelt voor mij te afhankelijk. Het geeft mij het gevoel: zonder gemeente, geen Radius. Hetzelfde geldt voor de bibliotheek. In Leiderdorp heb ik ik het meegemaakt met de muziekschool. De gemeente wilde dat niet meer subsidiëren. Gevolg, geen muziekschool meer in Leiderdorp.

Daarmee zijn maatschappelijke organisaties een verlengstuk geworden van de overheid.

Maar hoe komt dat nu? Daar hebben we volgens mij met het kip en ei verhaal te maken. Wat was er eerst? De behoefte van politici om overal over te gaan en het dus collectief te regelen, of de maatschappij die het niet langer zelf meer wil regelen en het dus bij de politiek c.q. de overheid neerlegt.
Ik ga voor het laatste, hoewel het eerste tegenwoordig ook steeds belangrijker wordt. Vroeger regelden verschillende groepen dingen zelf. Met andere woorden de verzuiling. Door de ontzuiling en individualisering van de samenleving na, pak 'em beet 1950, moesten dingen op een andere manier georganiseerd worden. De behoefte bleef namelijk. Gevolg. Eerst deed de overheid het zelf en vervolgens moest de markt het gaan doen. Daarbij bleef de vraag om meer te doen groeien. Die vraag kwam grotendeels via politici naar de overheid/markt toe. En de kosten? Die waren voor de overheid (met hier en daar een eigen bijdrage) en dus voor de belastingbetaler. En omdat de overheid het nooit goed doet moeten er nieuwe/extra dingen verzonnen worden die meer geld kosten.


Dit is natuurlijk allemaal een beetje kort door de bocht, maar in de kern volgens mij wel de situatie waar we nu in zitten. De vraag is of het slecht is? Op zich niet, we hebben een ongekende luxe en ongekende sociale voorzieningen. Nou sociaal.... Door het marktprincipe is alles gerelateerd geraakt aan geld en dat geld komt vooral vanuit de overheid. Zou de samenleving het ook goedkoper zelf kunnen regelen, zonder alle regels en zonder overheidsbemoeienis? Durft de samenleving die verantwoordelijkheid wel aan? Durven politici te zeggen: Sorry, maar wij gaan niets regelen tegen vereenzaming, organiseert u maar zelf een thee-kransje. Dat klinkt wel weer als terug naar de jaren '50, maar ook toen hadden we een netwerksamenleving. Alleen dan anders als tegenwoordig.

Als dit lukt kunnen belastingen omlaag en hebben mensen zelf het geld, en daarmee ook de mogelijkheden om het zelf te regelen. Het mooie is dan ook dat Radius gewoon kan blijven bestaan, alleen op een andere manier aan geld moet komen en aan u kan vragen om even bij uw buurvrouw op de koffie te gaan. Dat koekje kan dan toch prima uit de eigen trommel komen?

maandag 7 maart 2011

Goede-doelen-dag

Het was goede-doelen-dag vandaag in Oegstgeest. Rond een uurtje of zes stond Milieudefensie op de stoep en net was Jantje Beton op stoep (als klein meisje met haar moeder). Van de eerste ben ik geen donateur geworden. Jantje heeft een paar euro gekregen.

De jongen die bij mij aan de deur kwam stak, zoals het hoort, een enthousiast en gloedvol verhaal af. Het gevaar van megastallen en wat voor vreselijke dingen Shell doet in Nigeria. Interessant, maar de actie was voor een betere en groenere buurt. Wat? Oh ja, als je de dingen ver weg oplost wordt je eigen buurt groener. Of toch niet?

Kijk met Jantje Beton weet je dat je geld naar buurten in Nederland gaat. Buurten worden opgeknapt en beter gemaakt voor kinderen en jongeren. Daar wordt je buurt echt zichtbaar beter van en de kinderen kunnen zich beter ontwikkelen. Ze spelen, maken vriendjes en bewegen!

Begrijp me overigens niet verkeerd. Het milieu vindt ik belangrijk, want ook dat is belangrijk voor de volgende generaties. Maar wat ik jammer vindt is dat niet gekeken wordt naar andere effecten. Natuurlijk moeten we proberen megastallen te voorkomen, maar wat is het alternatief? Meer kleine stallen op het platteland, of minder welvaart. Veel van ons vlees wordt namelijk geëxporteerd naar andere landen. Daar verdienen we geld mee. Als we dat niet meer doen geeft dat problemen voor onze economie. Op mijn vraag wat het alternatief was had de student helaas geen antwoord. Wel moest hij toegeven dat ook hij niet bereid is om welvaart in te leveren. Maar zo verzekerde hij mij, het is belangrijk voor het milieu en daar deed hij het uiteindelijk voor.

Sorry, dat is voor mij te weinig om donateur te worden. Dan geef ik liever wat aan dat lieve meisje dat tegen acht uur met haar moeder langs de deuren gaat om buurten in Nederland op te knappen en beter te maken voor kinderen. Dat is pas echt direct voor je buurt en rechtstreeks.

Goede-doelen-dag in Oegstgeest. Leuk om te kiezen en na te denken waarom je geld ergens aan geeft.

donderdag 24 februari 2011

Revoluties: niet veel anders dan vroeger

Revoluties in het Midden-Oosten. Van Marokko tot Iran. Miljoenen mensen gaan de straat op en regimes vallen om. De slag naar democratisering vindt ook hier plaats. Wordt het Midden-Oosten nu net als de westerse wereld? Met andere woorden komt er een nieuw tijdperk?

Als ik mijn geschiedenislessen van 10-15 jaar geleden nog goed herinner is er in de basis weinig verschil tussen revoluties vroeger en die van nu. Denk aan de Franse Revolutie of het ontstaan van Duitsland vanuit de verschillende koninkrijkjes of recenter aan het uiteenvallen van de Sovjet-Unie met Polen en Tsjechoslowakije. De ene revolutie ging met veel bloed vergieten, de ander juist met een fluwelen handschoen.
Natuurlijk is niet alles met elkaar te vergelijken, maar het bekende spreekwoord gaat nog altijd op dat de geschiedenis zich altijd herhaalt, maar niet in dezelfde vorm. Dat laatste kan simpelweg ook niet omdat de contexten van verschillende situaties altijd anders zijn.

Toch zijn er wel overeenkomsten. Net als vroeger lag het geld bij een kleine toplaag. Er werd meestal met ijzeren hand geregeerd en de leiders schuwden zware middelen als moord en marteling niet. De bevolking werd expres dom gehouden via de strenge staatstelevisie en buitenlandse journalisten waren niet erg vrij. Allemaal overeenkomsten tussen vroeger en nu.

Waar ik nog niet over uit ben is het op de been brengen van de massa. Natuurlijk hebben Facebook, Twitter en andere sociale media hieraan bijgedragen, maar hoe is dat vroeger gegaan? Er moet ook toen iets ontstaan zijn waardoor ook vroeger het volk er genoeg van had. Er ontstaat een energie waardoor opeens de vlam in de pan slaat. Ik denk dat er genoeg voer is voor massa's massapsychologen om daar lekker los op te gaan.

Wat ik me overigens ook afvraag is de rol van buitenlandse machten als China en de VS. Waarom kon je in China opeens geen informatie over Egypte meer krijgen via internet? Welke rol hebben de VS hierin gespeeld, want ook hun belangen waren in het geding. Hebben zij op enige manier geholpen bij het tot stand brengen van die revoluties.

De westerse landen zijn inmiddels al decennia verder in hun democratische ontwikkelingen. In België komen ze er al bijna driekwart jaar niet meer uit, Nederland is ook versplintert en ook in andere landen gaat het met de democratie niet zoals ik het graag zou zien. Wanneer zijn wij weer aan de beurt?

vrijdag 18 februari 2011

Landelijke contacten, lokale voordelen

In Oegstgeest hebben we al bijna 20 jaar een lokale partij, Leefbaar Oegstgeest (LO). De afgelopen jaren heeft LO gepleit voor een lobbyplan voor de gemeente. Belangrijke reden die LO aanvoert is dat de gemeente anders te weinig invloed heeft. Hier komt het landelijke voordeel om de hoek kijken en waarom de provincie belangrijk is.

Neem nu de ontsluiting van de Flora. Al het verkeer van de Flora in Rijnsburg gaat door Oegstgeest over de Rijnsburgerweg. Die staat vanaf  's  morgens vroeg al vast en dat kost veel geld. Met de bouw van Nieuw Rhijngeest komen er alleen maar auto's bij, wat nog meer files op gaat leveren. Als vrachtwagens direct vanaf de A44 het Floraterrein op kunnen draaien en snel er weer op kunnen scheelt dit veel auto's.
Als CDA pleiten we daar al jaren voor en met hulp van collega CDA-bestuurders in de provincie, maar soms ook bij het Rijk lijkt het nu te gaan gebeuren.

Door de contacten van onder andere oud-wethouder De Kok met provinciebestuurders van het CDA konden we het belang van de ontsluiting goed onder de aandacht brengen. Ook kon de provincie weer contact opnemen met CDA-collega's bij de landelijke overheid om het probleem zichtbaar te maken. Hierdoor is het gelukt om medewerking te krijgen van Rijkswaterstaat om de ontsluiting van de Flora verder vorm te gaan geven.

Lijkt dit op vriendjespolitiek? Je hebt steun is nodig om bepaalde dingen te bereiken. Het is dan handig als je goede relaties hebt. Ook burgers proberen invloed uit te oefenen op politieke partijen om gedaan te krijgen wat ze willen. Ze proberen een goede relatie met politieke partijen op te bouwen. Het is echter niet makkelijk om alles gedaan te krijgen. Het heeft jaren van praten gekost om zover te komen als we nu zijn.

Een lokale partij als Leefbaar Oegstgeest is belangrijk, maar als CDA hebben we een groot netwerk bij de provincie en het Rijk waardoor we belangrijke dingen voor Oegstgeest gedaan krijgen. Zonder die dure lobbybureaus. Daarmee hebben landelijke contacten, grote lokale voordelen. Stem daarom 3 maart op het CDA! Stem nr. 11, Elly van den Bosch!

dinsdag 15 februari 2011

Tegenwoordig is alles voor de Tweede Kamer

In de media wordt veel gesproken over het lijsttrekkersdebat van gisteravond. Ook het debat op Radio 1 was niet om over naar huis te schrijven. Dat komt ervan als ook de komende verkiezingen eigenlijk nog maar over een ding gaan: alles is voor de Tweede Kamer.

Alles is voor de Tweede Kamer. Het lijkt er nu wel echt op. Natuurlijk zijn de komende verkiezingen erg belangrijk voor het voortbestaan van het Kabinet en wellicht helpt deze manier om meer mensen naar de stembus te krijgen, maar dan stemmen de mensen niet voor de juiste motieven. Helaas moet tegenwoordig iedere verkiezing gekoppeld worden aan wat er in de Tweede Kamer gebeurd en of het kabinet het wel goed doet. Van gemeenteraad tot Europa.

Ik vind dat jammer. Het lijkt te bewijzen dat alleen de Tweede Kamer het belangrijkste is en dat politici in de andere bestuurslagen te weinig mensen op de been kunnen brengen om te stemmen voor belangrijke bestuurslagen. Zou hierdoor de kloof tussen politiek en publiek niet alleen maar vergroot worden? Zijn inwoners van een dorp dan zo weinig meer betrokken bij hun eigen dorp dat ze zich alleen laten leiden door landelijke thema's? Of moeten landelijke partijen op lokaal niveau hun programma nog meer afstemmen op wat er landelijk gebeurd? Risico van dat laatste is dat ze geen eigen geluid meer laten horen.

Wat er gebeurd in de Tweede Kamer is erg belangrijk. Met de verkiezing voor dit niveau van onze politiek wordt veel bepaald wat er in Nederland gebeurd. Zaken die uiteindelijk de provincie en de gemeente moeten uitvoeren. Ik vraag me regelmatig af waarom bepaalde dingen op landelijke niveau bepaald moeten worden, terwijl de gemeente of de provincie daar beter zelf over kan gaan. Dat wil zeggen dat een gemeente zelf bepaald of iets geregeld moet worden in plaats van alleen maar hoe. Of dat moment weer komt weet ik nog niet, juist omdat het landelijke, lees Tweede Kamer, op dit moment het belangrijkste podium is om op te acteren.

Niet lang geleden vertelde iemand mij iets heel moois. De politiek is de enige 'bedrijfstak' die zijn eigen regels en daarmee haar eigen grenzen bepaald. Dat gebeurd op ieder niveau van de politiek. In de media lijkt dat nu vooral op de Tweede Kamer van toepassing. Ik hoop dat het minder wordt en niet alles meer voor de Tweede Kamer is.

zaterdag 29 januari 2011

Global village, big differences

It is time for an international blog today. The reason for that is the wonderful statistics of my blog. The computers viewing my web-log are not only in the Netherlands but also for other countries. From the United States of America to Russia, and from Singapore (thanks dad and brother) to Tunisia. It is very nice to see that also people from other countries around the world are checking my blog (it can also be an automatic check by government computers, but that is not clear).
I do wonder how people from Russia or the US understand my blogs as they are in Dutch. But what does it matter. You are somehow interested so now a blog in English.

Seeing all the different countries made me realize even more how small the world has become due to communication via the web. The world has really become a global village. Surely not every single person in the world has access to it, but a growing number does. And that is good. Because we are all different we have to get to know one another. Get to respect one another. Differences are good, not everybody has to be the same or have the same principles. Even within the Western society we have different sets of values. That is what makes life so interesting. It is getting to learn how to deal with those differences and develop society through that. That sometimes means struggle and even battle, because we see the world from different points of view.

In the global village we now live in networks of people are made where people from different countries and cultures, but with the same interests help each other out and talk to one another.

I would like to end this blog with the famous words from president John F. Kennedy spoken in 1963, more true than ever in this global village with big differences, and basically the most important assignment for us today and the future:
'So, let us not be blind to our differences -- but let us also direct attention to our common interests and to the means by which those differences can be resolved. And if we cannot end now our differences, at least we can help make the world safe for diversity. For, in the final analysis, our most basic common link is that we all inhabit this small planet. We all breathe the same air. We all cherish our children's future. And we are all mortal.' (http://www.ratical.org/co-globalize/JFK061063.html).

vrijdag 28 januari 2011

Stratenmaken 2.0 of een kwestie van €?

De afgelopen maanden is mij iets opgevallen in Oegstgeest. En met mij ook anderen (laat me weten als het u ook opvalt). Straten die nog geen half jaar geleden gestraat zijn, beginnen al te verzakken. In de hoek van de Terweeweg en De Kempenaerstraat liggen klinkers alweer los en liggen daar zelfs een beetje gevaarlijk. Het onderhoudsniveau van de wegen is best redelijk volgens de laatste onderzoeken, maar neemt wel wat af. Maar hoe kan het dat wegen die net gestraat zijn, zo snel in een maanlandschap veranderen? En de volgende vraag is: Wat kunnen we er aan doen? 

Een expert op het gebied van straten maken ben ik absoluut niet, dus precieze redenen zouden eens onderzocht moeten worden. Maar ik heb wel een paar ideeen wat oorzaken zouden kunnen zijn.
Ten eerste de toename van het verkeer. Nederlanders houden van hun auto en vooral in Oegstgeest doen veel inwoners hun dagelijkse dingen met de auto. Boodschappen worden eerder met de auto gehaald dan met de fiets en ook het wegbrengen van kinderen gebeurd vaak met de auto. Daarnaast hebben mensen vaak meer dan één auto per huishouden (in sommige wijken wordt gerekend op 1,7-2,5 auto per huishouden). Dat zorgt ervoor dat een straat meer te verduren krijgt.
De tweede mogelijke oorzaak is dat onze inwoners met zwaardere auto's zijn gaan rijden. Oegstgeest is over het algemeen redelijk rijk. Landrovers en andere SUV's zie je veel net als grote Volvo's, Mercedessen en BMW's. Maar ook de minder luxe auto's worden groter en zwaarder. Zo is een Volkswagen Polo tegenwoordig ongeveer even groot als een Volkswagen Golf uit de jaren 80. Ook de veiligheidseisen en motoren zorgen er over het algemeen voor dat auto's zwaarder zijn dan vroeger.
De derde en laatste mogelijke oorzaak ligt in het straatwerk zelf. En precies daar heb ik nu het minste verstand van. Hoe gebeurd dat? Ik weet dat je zand eerst moet laten inklinken voor je definitief gaat straten. Dat doen ze bij het straten volgens mij ook (bij ons voor de deur ligt al 8 maanden tijdelijk straatwerk). Maar hoe kan het dan toch dat, toen ik gisteren door de Salvialaan reed het toch al aanvoelde als een maanlandschap, terwijl het straten daar vorige week is afgerond? Zit dat dan toch in de kwaliteit en de manier? Wat voor eisen stelt de gemeente eigenlijk aan het straatwerk? Zitten we dan toch voor een dubbeltje op de eerste rang (met de nodige consquenties)?
Wat voor technieken worden gebruikt en wat zijn de ervaringen daarmee. Zijn de technieken nog steeds hetzelfde als 40 jaar geleden of zijn die veranderd? En als dat zo is, moeten we dan de branche niet uitdagen daarmee te komen, want dit kan zo niet?

Kortom, waarom is het straatwerk in grote delen van Oegstgeest van de De Kempenaerstraat tot de Bloemenbuurt tot Poelgeest, zo snel, zo slecht? Het levert gevaarlijke situaties op en zou niet mogen. De gemeente moet niet gaan bepalen wat voor auto's we in Oegstgeest willen hebben, maar moet zorgen dat de wegen in orde zijn.

woensdag 26 januari 2011

Mijn manier van doen

Op dit moment spelen er heel veel dingen in mijn hoofd. Dingen die ik een plek moet geven in het grote plaatje. Ik leef erg sterk vanuit de gedachten en het gevoel dat alles met alles samenhangt. Dat betekent dat als je aan een knopje in het systeem draait, alles verandert (soms groot, soms klein).

Wanneer iemand zegt dat een hybride-auto goed is voor het milieu, vanwege minder uitstoot, moet ik ook denken aan wat het kost om die auto te maken. Die batterij wordt gemaakt en ook stroom komt ergens vandaan. En natuurlijk zegt iemand dan: 'We hebben groene stroom.' Ja natuurlijk, maar het produceren van windmolens kost ook energie en grondstoffen, dus is dat dan wel zo duurzaam? En ga zo maar door.

Die manier van denken werkt soms heel verlammend. Want een probleem wat op zich heel goed kan zijn om op te lossen, kan gevolgen hebben in de rest van het systeem. Dat betekent keuzes maken. Afwegen wat het je waard is om dat probleem op te lossen. Dat betekent uiteindelijk tegen mensen zeggen dat hun ene probleem minder belangrijk is dan het probleem van een ander. En voor de politiek betekent dat ook keuzes maken. Wat mij betreft moet de overheid niet alle problemen oplossen. Ook politieke partijen moeten niet net doen of ze alle problemen van mensen kunnen oplossen. De politiek en de overheid hebben namelijk geen volledige grip en controle op de samenleving. Wat mij betreft moeten ze dat ook niet hebben, hoe graag burgers, bedrijven en instanties dat ook graag zouden willen.

Politici moeten denken in het systeem. Moeten afwegingen maken en kijken vanuit het totaal. Ze moeten overzicht hebben. Ze moeten laten zien dat wanneer zij over een onderwerp praten of besluiten zij een afweging gemaakt hebben in een groter geheel. Een besluit nemen ten behoeve van het geheel. Dat er een uitwisseling is tussen het geheel en de afgeleide afzonderlijke onderdelen. Ook moeten politici onderkennen dat ze het totaal nooit helemaal zullen bereiken, door de eigen dynamiek van de samenleving. Het betekent onderkennen dat we niet iedereen tevreden kunnen stellen, maar vervolgens niet net doen alsof we dat wel willen.
Het betekent een visie hebben op de lange termijn. Hoe willen we dan Nederland, maar tegenwoordig ook de wereld er over 10-50 jaar uitziet, wetende dat het nooit zo zal worden omdat iedereen verschillend is. Maar wel, samen met de samenleving durven dromen en de verschillen proberen te combineren tot een geheel. 

Ik weet dat dit enorm abstract is, maar dit is wel de manier waarop ik politiek wil bedrijven. Overzicht krijgen, terwijl ik weet dat ik het nooit helemaal zal hebben. Dingen doen, terwijl ik weet dat de samenleving zelf ook dingen doet die ontwikkelingen een andere kant op sturen, maar daar wel voor open staan. Mensen in staat stellen hun dromen te realiseren, wetende dat dit niet voor iedereen is weggelegd en dat ik dus mensen moet teleurstellen (maar hen vervolgens wel hoop te geven). En dat hen te vertellen. Ik hoop en verwacht in de komende blogs mijn ideeen over de toekomst verder uit te kunnen werken. 

woensdag 19 januari 2011

Investeren in je omgeving moet iedereen doen

Als gemeenteraadslid voor het CDA in Oegstgeest moeten we iedere twee weken een korte column schrijven over een actueel thema. Deze week gaat het over het onderhoud van de openbare ruimte in Oegstgeest (stoepen, groen, wegen, vijvers en sloten). Dat onderhoud is na een aantal jaren van verbetering dit jaar verslechterd. De stelling is dat de gemeente kosten nog moeite moet sparen om het weer te verbeteren. Hieronder mijn reactie.

Investeren in groen en de omgeving waarin mensen dagelijks lopen, fietsen, etc. is erg belangrijk. Oegstgeest scoort niet voor niets goed bij bezoekers als het om groen gaat. We hebben met de Raad een afspraak gemaakt over het niveau van het onderhoud. Het is goed om te zien dat we daar nog steeds boven zitten, maar het is inderdaad wel minder geworden. Oud CDA-wethouder Arjan de Kok heeft ervoor gezorgd dat we met een beperkt budget de afgelopen jaren alleen maar beter zijn gaan preseteren op onderhoudsgebied. Waarom gaan we nu dan achteruit? Is er minder geinvesteerd in het beheer, zijn de omstandigheden veranderd? Of heeft De Kok met een te klein budget heel goed gepresteerd en is er nu toch extra geld nodig?
Als CDA vinden we een veilige, schone en mooie leefomgeving belangrijk en willen dan ook dat we het afgesproken niveau van onderhoud verhogen. Een extra stimulans om het niveau te verbeteren. Als dat extra geld kost horen we dat graag van het College. Maar u als bewoner kunt ook genoeg doen. We hebben als CDA al eerder aangegeven dat burgers ook zelf kunnen helpen bij het onderhoud van hun buurt. Ga bijvoorbeeld met Burendag met elkaar aan de slag. Dat levert ook nog eens veel gezelligheid op.

Oegstgeest: Het goede beter maken

Vanavond en gisteren waren er in Oegstgeest twee toekomstcafe's. Toekomstcafe's? Ja, toekomstcafe's. Twee avonden voor burgers om mee te denken over de toekomst van Oegstgeest. Wat is Oegstgeest, volgens hen, in 2020 voor dorp? Op beide (50 mensen per avond) avonden ben ik, net als enkele andere partijen even geweest om de sfeer op te snuiven en te horen wat er speelde. De gedachte die bij mij daarbij opkwam is: Het goede beter maken.

Als lang heb ik het gevoel dat het heel goed gaat in Oegstgeest. We hebben heel veel voorzieningen en echt grote problemen zijn er niet. Geen stadse problemen in ieder geval. Zoals in ieder dorp zijn er ook hier hangjongeren en was het glad afgelopen december, maar echt grote problemen zijn er niet.
Ook van burgers hoor je tijdens die avond dat ze Oegstgeest een heerlijk dorp vinden. Het is groen, veel voorzieningen en alles toch lekker knus. Een expat voegde daar vanavond aan toe dat Oegstgeest een 'ziel' heeft. Er gaat veel goed.

Moet er dan niets gebeuren? Natuurlijk wel. Het goede moet behouden blijven en verbetert worden. We zitten in de buurt van een station, maar voor de veiligheid en het comfort graag een station in Oegstgeest. We wonen relatief dicht bij twee huisartsenposten en twee ziekenhuizen, maar graag ook een echte huisartsenpost in Oegstgeest zelf. Ook de politie moet een vast bureau in het dorp hebben in plaats van een post van 9-17. Voor de expats een duidelijk netwerk waarin ze deel kunnen nemen om beter te integreren in ons dorp.
De gemeente moet een gebouw beheren voor ZZP'ers met tijdelijke kantoorruimte en moet flexwerken beter mogelijk maken.
Er werd ook gezegd dat Oegstgeest centrumgemeente moet worden. Moeten we toch onze oude grenzen weer herstellen en Leiden terugdringen binnen de grachten. Of dat gaat lukken...

Burgers hebben heel veel ideeen en willen graag meedenken over de toekomst van Oegstgeest. De uitdaging voor ons als CDA en politieke partijen is te kijken hoe we het goede beter kunnen maken. Maar hoe weet je nu wat beter is als het er nog niet is? Dat betekent innoveren, nieuwe wegen inslaan en risico durven nemen. Dingen op een andere manier doen en dus niet meer van hetzelfde. Mensen laten meedenken en hen betrekken bij planvorming om vervolgens als gemeenteraad afwegingen te maken over haalbaarheid en belangen. Moet de gemeente alles doen of kunnen mensen ook zelf dingen doen met hulp van de gemeente (en daarmee van alle burgers van Oegstgeest).

Ik heb erg genoten van de twee avonden. Dinsdag 25 januari is de politiek aan zet om na te denken over hoe Oegstgeest het goede beter kan maken.

zondag 16 januari 2011

Nieuw kolonialisme?

We kennen allemaal de fantastische verhalen over China. De economie blijft maar groeien en ze kopieren alles wat los en vast zat. Vorige week maandag mocht aanwezig zijn bij de inauguratie van het nieuwe bestuur van de Nederlands Chineese Kamer van Koophandel. Naar aanleiding daarvan ben ik gaan nadenken over de rol van China in de wereld en de effecten daarvan voor Nederland. Daarover dit blog.

Als Nederland hebben we veel productie overgebracht naar China. Voor de crisis kwam dat regelmatig in het nieuws. Ook nu nog komen veel van onze goederen uit China. De transportkosten en importheffingen wegen niet op tegen de hogere productiekosten die hier in het Westen betaald moeten.
Daarmee zijn we voor onze economische groei dus al in zekere mate afhankelijk geworden van China. Zonder China zouden bedrijven minder winst maken en zou de economie hier dus minder groeien. Daarvoor moeten we China dankbaar zijn. Tegelijkertijd heeft China goed gezien dat het die investeringen goed kan gebruiken voor de eigen groei.

Ondertussen is China heel goed in het kopieren van wat we in het Westen bedenken en ontwerpen. China zuigt als het ware alle kennis op en gebruikt die vervolgens voor het eigen voordeel. Recent stond in dagblad De Pers een uitgebreid artikel over het kopieren van internetspelletjes om geld te verdienen. Overigens hoeven ze het voor het geld niet te doen, want China is een relatief rijk land aan het worden. Uit de reportages op het NOS-journaal, maar ook uit verhalen van mensen die het land bezocht hebben blijkt dat China steeds rijker wordt. Dit geldt vooral voor de steden, het platteland blijft erg achter.
China heeft van nature (door de omvang en ligging van het land) veel natuurlijke hulpbronnen zoals olie, kolen en andere delfstoffen. Daardoor kunnen ze veel dingen helemaal zelf maken, nadat ze de techniek uit andere landen geleerd hebben. Datgene wat ze niet hebben halen ze uit andere werelddelen zoals Afrika.

Nu China veel eigen rijkdommen heeft kan het gaan investeren in andere landen. Nederland is daar een van de landen bij. Recent las ik een artikel dat Schiphol erover denkt om de borden ook in het Mandarijn te gaan maken om alle Chineese passagiers tegemoet te komen. Ook zijn Chinezen op zoek naar mogelijkheden om geld in Nederland te investeren. Ze willen niet zelf komen, maar zijn juist op zoek naar startende en hooginnovatieve bedrijven om hen verder te helpen.

Wat betekent dit nu voor Nederland. Als we niet oppassen maken we onszelf op de lange termijn voor verdere economische groei teveel afhankelijk van China. Ik zie een risico dat we de relatie met China scheef groeit. De invloed van China op het wereldtoneel zal de komen de decennia denk ik alleen maar toenemen. Ze trekken hun been sterk bij en gaan nu eigenlijk door een soort industriele revolutie op naar een consumptiemaatschappij. Welk effect dit heeft op het interne politieke systeem vind ik lastig om te duiden.
Als wij als Nederland economisch willen blijven groeien en we blijven leunen op China, kunnen zij steeds meer gaan dicteren en ons voorschrijven hoe zij zaken willen. Een soort nieuw kolonialisme, alleen dan in een andere vorm en via de macht van de economie in plaats van geweld.

De vraag is dus hoe wij onze standaard kunnen behouden en laten groeien zonder dat de verhoudingen met China uit balans raken. Op dit moment gaat het nog goed, maar hierover nadenken kan geen kwaad. Ik heb daar zelf ideeen over, maar die volgen een volgende keer.

zaterdag 15 januari 2011

Heppie!

Vanavond ben ik het zat. Na eindeloos wachten op web-log.nl heb ik besloten een ander blog te maken.na een paar maanden weinig inspiratie gehad te hebben om te schrijven is het er weer. En dan wil ik niet wachten tot mijn blog het eindelijk weer eens doet. Daaarom gewoon opvis mijn vertrouwde googleaccount dit blog aangemaakt: Heppie!
Waarom Heppie? Naturlijk omdat ons (Inge is mijn vrouw) konijn zo heeft, maarook omdat ik dingen zo positief en vrolijk mogelijk probeer te zien. Natuurlijk zijn er problemen in de wereld. Maar die problemen vragen om een oplossing. Van het werken naar oplossingen wordt ik Heppie. In mijn blogs preobeer ik dat ook zzoveel mogelijk te doen. Net dat dat altijd lukt, maar ik probeer het wel.
Op dit blog wil ik mijn gedachten en ideeen met jullie delen en hoor ik graag ook jullie reacties of ideeen. In dit eerste blog ga ik niet uitgebreid over mezelf vertellen. Dat kun je op mijn Hyves, Facebook en linkedin vinden. Zoek maar naar Marien den Boer.
Im wens jullie veel leesplezier en reageer hè? Dat maakt het alleen nog maar leuker!