vrijdag 20 september 2013

Vechten voor vrede

Morgenochtend, 21 september, deel ik vredesrozen uit op het Boerhaaveplein in Oegstgeest. Samen met 40 anderen doe ik mee aan dit initiatief van de Raad van Kerken. Het is namelijk Vredesweek. Een week waarin voor de kerken vrede centraal staat en we proberen vrede ver weg, maar ook dichtbij te brengen.
In Nederland heerst er al decennia vrede en kennen wij hier geen oorlog meer. Maar daar hebben we wel voor moeten vechten. Net zoals soldaten op dit moment in de hele wereld vechten voor vrede.

Toen ik daar aan dacht, dacht ik ook terug aan een schriftlezing in de kerk een tijdje terug. Daarin ging het over woorden uit het boek van Prediker die in het achtste vers van het derde hoofdstuk zegt:

Er is een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten.
Er is een tijd voor oorlog en er is een tijd voor vrede.

Logischerwijs zou je dan kunnen zeggen dat, hoewel oorlog niet goed is, het wel kan voor komen. Je kunt zelfs zeggen dat oorlog dus soms nodig is. Hoe graag we allemaal ook een continue vrede willen. Ook wij hebben moeten vechten voor vrede. En dat doen we nog steeds. Of dat nu met de buurman is, met familie, met andere landen, met woorden of met wapens.

Morgen deel ik rozen uit voor vrede. De roos die het symbool is van liefde. En ik vind het dan ook bijzonder dat liefde in datzelfde vers in de Bijbel genoemd wordt. Want ook daar moet je soms voor vechten.

Vechten voor vrede. Zo tegenstrijdig, maar tegelijk zo waar.